Zoetermeer was tot begin jaren '60 een kleine dorpje in het midden van het zogenaamde groene hart van Nederland. Eigenlijk waren het twee dorpje, namelijk Zegwaard en Zoetermeer. De naam Zoetermeer vinden we al verder terug in de geschiedenis bij de vrij onbekende "slag bij Zoetermeer" die het veel bekendere Leidens ontzet op drie oktober mogelijk maakte. In de zestiger jaren werd het aangewezen als groeikern. En in de zeventiger en tachtiger jaren was dit het beeld wat men in Zuid-holland van Zoetermeer had.
Van de oude kernen is nauwelijks iets terug te vinden. Rond de dorpsstraat vinden we nog oudere gebouwen, grote kerken etc. die nog aan een heel andere verleden doen denken maar de hoeveelheid nieuwbouw rond die oude kern doen die tot een marginaal gebied verschrompelen.
En zoals in veel oudere Nederlandse steden heeft ook het oude Zoetermeer zijn windmolen. Een mooi wit exemplaar dit keer.
Direct naast het oude centrum vinden we een grote waterpartij, zeg maar een klein meertje, met de fraaie naam "De grote Dobbe". Direct daarnaast vinden we het stadhuis en het begin van het winkelcentrum, het Stadhart.
Kijken we bij dat stadhuis nog even achterom over het meer dan hebben we een fraai gezicht over het oude Zoetermeer, gedomineerd door de twee kerken.
Maar Zoetermeer heeft qua architectuur meer te bieden dan het oude. Een wandeling net buiten de in de jaren 60 en 70 aangelegde kernen laat mooi opgezette stedelijke landschappen zien met goed daarin passende gebouwen. Een mooi voorbeeld is het NS-station, gebouwd als onderdeel van de Nelson Mandela brug die over de A12 en de ernaast liggende bijwegen loopt en aansluit op het nieuwe Zoetermeer dat we ten zuiden van de A12 kunnen vinden.
Inmiddels zien we dat een deel van de bebouwing uit de jaren '60 al weer het veld aan het ruimen is voor een nieuwe generatie. In het winkelcentrum zien we daar bijvoorbeeld al fraaie voorbeelden van.